
Anthony van den Hurk (32) kijkt terug op een prima eerste periode. Met zeven goals tilde hij zijn KKD-totaal naar 102 en zijn nieuwe werkgever Roda JC staat met achttien punten vierde. ’Derde, Jong PSV tel ik niet mee’, corrigeert Van den Hurk snel.
Je hebt onlangs de mijlpaal van honderd KKD-goals geslecht en bent vrolijk doorgegaan met het maken van doelpunten. De teller staat ondertussen al op 102.
‘Je dacht toch niet dat ik zou stoppen bij de honderd? Ik wist het wel, maar stond er niet echt bij stil. Toen ik gewisseld werd, zeiden ze het en dacht ik wel: Oh ja, wel heel leuk eigenlijk. Ik ben goed begonnen bij Roda JC, eigenlijk zijn we als ploeg goed begonnen. Het kan en mag allemaal nog wat beter, vooral het voetbal zelf. We zijn nog niet stabiel genoeg, maar na tien wedstrijden met een vrij nieuwe ploeg moeten we dat ook niet verwachten. Ik maak me er ook zeker niet druk om, ik heb er een goed gevoel bij, we hebben een mooie basis gelegd met elkaar.’
Ben jij de typische Eerste Divisie-spits die het nooit in de Eredivisie heeft laten zien?
‘Ik had het graag in de Eredivisie ook willen laten zien, maar het is er nooit van gekomen. Ik had het graag een keertje meegemaakt en heb de mogelijkheid wel gehad en ik ben ook wel zo eigenwijs om te denken dat ik er daar ook een paar gemaakt zou hebben, maar nu niet meer. Ik weet ook wel dat ik geen topspits ben voor de Eredivisie, maar ik maak wel overal mijn doelpunten. Je moet ook eerlijk zijn, in de Eredivisie zou ik bij een club in de onderste regionen terecht zijn gekomen. Dat vraagt om een ander soort spits in een ander soort voetbal. Ik denk ook dat ik hier meer plezier uithaal.’
Roda JC is je zesde club in de KKD. Je hebt je plek snel gevonden lijkt het?
‘Ik voel me op mijn plek, heb het naar mijn zin. Ik had de keuze voor Roda best snel gemaakt. Na Helmond Sport was ik wel aan wat anders toe. Ik heb in het verleden wel langer gewacht, maar ik had behoefte aan duidelijkheid. Snel weten waar ik aan toe was en dan eerst lekker zonder zorgen op vakantie met het gezin. We hebben een leuke groep, binnen en buiten het veld. Een mooi mix ook van ervaring en jonge talenten. Die balans is goed, al moet je natuurlijk altijd afwachten hoe dat uitpakt over een heel seizoen. Met Kevin Van Dessel hebben we een Belgische trainer. Dat heb ik al eerder gehad, die kijken net even wat anders naar bepaalde zaken. Het fysieke vinden ze belangrijk, veel zonder bal doen op trainingen. Kevins voordeel is dat hij ook lang in Nederland (bij Roda) speelde. Hij verenigt het beste uit twee werelden. Hij is rustig en straight to the point, hij past hier goed.’
Vragen naar de doelstelling is vragen naar de bekende weg, denk ik?
‘Promotie ja. Roda JC moet altijd meedoen om promotie. Het leeft hier enorm, de supporters hunkeren ernaar. Dat merk je aan alles. Het is te lang geleden dat Roda in de Eredivisie speelde. De mensen en de omgeving leven mee, of het nu goed of slecht is, het stadion zit goed vol. ADO Den Haag is nu goed, maar echt uitgesproken favorieten voor promotie zie ik nog niet. We hebben ook één van de grootste stadions in de KKD natuurlijk. Daar heb ik me eerlijk gezegd wel een beetje in vergist toen ik terugkeerde naar Nederland. Bij Helmond Sport zaten niet veel mensen, bij De Graafschap en in Polen en Zweden had ik dat wel. Dat doet toch iets met je als speler, het geeft je extra adrenaline.’
Je bent één van de vijf spelers met zeven goals in de eerste periode. De topscorerstitel ontbreekt nog op je cv.
‘Als spits ga je daar altijd voor, maar als ik moet kiezen, dan word ik liever geen topscorer en dat we wél promoveren. Wat dat betreft is mijn periode bij Helsingborgs een mooi voorbeeld. Toen promoveerden we naar het hoogste niveau en eindigde ik als tweede op de topscorerslijst. Ik ben nog nooit topscorer geworden, maar het is geen doel op zich. Toen ik bij Roda JC kwam heb ik gezegd dat ik meer doelpunten wilde maken dan vorig seizoen. Toen had ik er vijftien, dus met zeven lig ik goed op schema. Voor op schema ja, ik kan goed rekenen.’